maandag 30 juli 2012


Wordt nu alles glasvezel ?


Glasvezel is "hot", modern, hip,etc. Partijen als Reggefiber, CIF en KPN storten hun marketingmachine over ons uit en proberen ons te verleiden tot de aanschaf van een abonnement op hun glasvezelnetwerk.

Met glasvezel zijn we in een keer aangesloten op de toekomst en dat is nodig, zo zegt Reggefiber op haar site.
Maar wordt nu alles glasvezel en moeten we die kopernetwerken van KPN en de kabelaars dan maar afschaffen ?

Voorlopig is dit nog niet aan de orde, aangezien er van de 7 miljoen huishoudens nog geen 1 miljoen een glasvezelaansluiting in huis heeft, en er een penetratie op deze netwerken is van ca. 30-40 %, afhankelijk van wie men spreekt. Het gros van de consumenten maakt dus nog steeds gebruik van de kabel of DSL.
Er worden in de komende jaren ca. 500.000 aansluitingen per jaar gebouwd, zo is de verwachting, en dit betekent dat het nog ca. 12 jaar duurt voor iedereen een glasvezelaansluiting kan krijgen. Voor de aansluitingen op het platteland moet gevreesd worden dat glasvezel een utopie blijft, aangezien er geen sprake is van aansluitplicht en gemeenten veelal niet bereid zijn om mee te investeren in deze netwerken.

Naast de aanleg is het ook zo dat KPN en de kabelaars niet stil gezeten hebben de afgelopen jaren en de capaciteit van hun netwerken flink hebben opgerekt. Met name de kabelaars hebben de komende jaren een fatsoenlijk groeipad door de toepassing van DOCSIS 3.0 technieken.
Toch wordt er door de gestage aanleg van glasvezel geknabbeld aan hun bottom line. Hadden kabelaars in vroeger jaren 97 % aansluitdichtheid, nu is deze nog maar 
ca. 70-75 %. Wordt er nu in hun werkgebied een glasvezelnetwerk aangelegd, dan verdwijnen er 30 % van die klanten in dat gebied.
Tot nu toe kon de afname van het aantal betalende klanten op het netwerk worden gecompenseerd met de groeiende omzet van triple play pakketten. Zo betaalde ik in 1986 15 gulden per maand voor een aansluiting met 6 programma's, nu betaal ik ca. 67 Euro voor telefonie, internet en TV. Een prestatie van formaat, maar de grootste groei is er wel uit. Het gaat de komende jaren denk ik toch echt wel pijn doen...

Hebben we glasvezel echt nodig ?


Het antwoord is: Ja, maar we weten nog niet precies wanneer. Glasvezel is absoluut de weg van de toekomst, er is geen techneut die het daar niet over eens is. De vraag naar meer bandbreedte is in de afgelopen jaren enorm gegroeid en we verwachten dat deze vraag blijft toenemen in de komende jaren. Alleen op glasvezel gebaseerde netwerken hebben het groeipad naar de toekomst.  Koper en coax netwerken kunnen zonder meer nog verder worden opgerekt qua capaciteit door bundeling van koperparen en technieken zoals DOCSIS 3.0 kabelmodems, maar dit is een achterhoede gevecht in vergelijk met de capaciteit die een glasvezel kan leveren. Wanneer we die bandbreedte nou dan ook echt nodig hebben, is koffiedik kijken.....

Maar zijn er dan dingen die we met de huidige netwerken niet kunnen en met glasvezel wel ?


Nou.. eigenlijk (nog) niet. De "standaard"consument kan op dit moment prima uit de voeten met een breedbandaansluiting met een capaciteit van ca. 20 Mbit/s. Het enige wat daar verandering in zou kunnen brengen is video. Wanneer partijen TV diensten in hoge kwaliteit gaan streamen naar consumenten, praat je over hoge bandbreedtes die nodig zullen zijn om dit waar te maken. 
Dit noemt men ook wel Over The Top of OTT, omdat een netwerkaanbieder hier niet "tussen"zit zoals nu het geval is. Dit is best wel vervelend voor een netwerkaanbieder, want hij moet wel capaciteit beschikbaar stellen en dus investeren in zijn netwerk, zonder dat hij er meer geld voor krijgt, want dat gaat rechtstreeks naar de aanbieder van de TV dienst. Als dit soort diensten gemeengoed worden en een succes, dan is er in Nederland geen enkel netwerk (ook glasvezel niet) dat de vraag naar deze bandbreedte kan leveren.
De glasvezelaanbieders hebben hier het grote voordeel dat zij hun netwerk op eenvoudige wijze kunnen upgraden om dit wel waar te kunnen maken, terwijl dit voor ADSL en kabelnetwerken veel complexer (lees: duurder) is.
Overigens is het nog lang niet zover, aangezien zaken zoals rechten voor het gebruik van films en series in handen zijn van gevestigde partijen, en de studio's en producenten de kip met de gouden eieren niet willen slachten.Het is dus moeilijk om iets nieuws op te starten. Google TV en Apple TV hebben geen aanbod van de reguliere netwerken, omdat de studio's dit niet toestaan. Toch heeft de geschiedenis uitgewezen dat mensen toch wegen zullen vinden, kijk maar naar de muziekindustrie.

Een toch wel heel complex verhaal dus, maar het voordeel van de consument op de korte tot middellange termijn is dat er extra keus is, en dat is goed voor de concurrentie. Kijk als consument goed naar het aanbod dat bij jou past, en laat je niet verleiden door vage slogans...



Ziggo: internetten via modems van andere klanten wordt gratis dienst


Klanten van Ziggo kunnen in de toekomst gratis internetten via modems van andere klanten. Dat zegt de kabelaar tegen Tweakers.net. Ziggo gaat binnenkort een volgende proef doen door modems van alle klanten in Groningen open te stellen.
Het openstellen van de modems voor andere klanten die willen internetten, is tijdens de proef een kosteloze dienst en dat moet zo blijven, zo zegt woordvoerder Gradus Vos van Ziggo tegen Tweakers.net. "Om gebruik te kunnen maken van Ziggo Hotspots moet je zelf ook Ziggo Hotspot zijn. Elke klant met een Ziggo-modemrouter kan met zijn huidige abonnement zonder extra kosten Ziggo Hotspots gebruiken. Hij moet dus wel als tegenprestatie zijn eigen modemrouter als Hotspot beschikbaar stellen." De functie werkt alleen op modems met ingebouwde router.
Ondanks dat Ziggo-topmensen vorige week zeiden dat de Hotspots-dienst er komt, is dat nog niet zeker. Er loopt nog een proef in Groningen. Vos: "Pas na de proef in de wijkHelpman besluiten we of we - al dan niet na aanpassing van de techniek, de programmatuur en communicatie - de proef in september uitbreiden naar de rest van Groningen. Vervolgens krijgen wij wederom een besluitronde die moet bepalen of en wanneer wij Ziggo Hotspots uitrollen in de rest van Nederland."
Ziggo wil nog altijd niet bevestigen of ontkennen of het bedrijf meedoet met de frequentieveling dit najaar. Als de kabelaar net als KPN, Vodafone en T-Mobile een eigen netwerk wil, is dat noodzakelijk. Eerder kocht Ziggo al ruimte in de 2,6Ghz-band, waar sinds dit voorjaar een kleinschalig lte-netwerk op draait.
Ziggo wil de markt anders betreden dan huidige aanbieders. "Het betekent dat wij het anders gaan doen dan de traditionele mobiele providers die alléén een dergelijk netwerk hebben. En helaas, ik kan geen mededelingen doen over een eventuele deelname aan de komende frequentieveiling." Eerder wezen citaten uit het prospectuser nog op dat Ziggo niet zou meedoen aan de veiling.
Ziggo is een van de bedrijven waarvan de politiek hoopt dat het de strijd aangaat met KPN, Vodafone en T-Mobile. Volgens de Tweede Kamer ontbreekt het aan concurrentie op de mobiele markt. Naast Ziggo is Tele2 een logische kandidaat om een eigen netwerk te starten.
Bron:  Tweakers.net

woensdag 25 juli 2012

Aart Verbree neemt afscheid als directeur van Caiway




Algemeen directeur Aart Verbree van Caiway heeft op 24 juli  bekendgemaakt zijn functie te beëindigen. Verbree was ruim dertig jaar actief bij de kabelprovider. Operationeel Directeur Jan Zweegman treedt in zijn voetsporen.
‘Aart Verbree is ruim dertig jaar als directeur actief geweest bij Caiway. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de innovatieve dienstverlening binnen ons bedrijf’, reageert Jan Zweegman. Naast het vertrek van Verbree stapt technisch directeur Ruud Wielaard over naar CIF. Vanaf 1 oktober 2012 voorziet hij CIF Operator van technisch advies over het beheer en onderhoud van de HFC-netwerken. Henry Livestroo neemt de taken van Wielaard binnen Caiway de komende tijd op zich.

De directie van Caiway, de Raad van Commissarissen en grootaandeelhouder CIF zijn in goed overleg tot deze wijzigingen gekomen. CIF en Caiway blijven zich actief richten op de ontwikkeling van een geavanceerd coax en glasvezelnetwerk en daarbij behorende interactieve dienstverlening.
(bron: website Caiway)

dinsdag 24 juli 2012

Werkelijke Internet snelheden


Vanaf 1 januari 2013 gaan de grote Internet providers hun werkelijke snelheden melden aan de klanten.
TNO zal hierbij het onderzoek naar deze snelheden uitvoeren.
Op dit moment worden de maximale snelheden gecommuniceerd, en zoals de meeste mensen weten wil dat nogal eens fors afwijken van de daadwerkelijke snelheid wanneer dit getest wordt.
Dit is positief voor de consument, omdat je je keuze kunt baseren op daadwerkelijk gemeten waarden in plaats van het marketing geweld van de grote providers.
Het betekent echter niet dat de door TNO gemeten waarden ook overal gerealiseerd worden. Hiervoor zijn we afhankelijk van een groot aantal factoren, waarbij de providers ook niet altijd controle hebben over de performance voor de klant:

Piek en daluren

Consumenten maken het grootste deel uit van het Internetverkeer (ongeveer 86 %). 
Aangezien de meesten van ons ondanks de crisis overdag werken, is er sprake van piek en daluren. Wel is het zo dat de piekuren zich over een langere periode uitsmeren, van  ca. 12:00 s'morgens tot 12:00 s'nachts. De absolute piek bevindt zich tussen 19:00 en 24:00. (zie voor een interessante statistiek over het Nederlandse Internetverkeer eens op http://www.ams-ix.net/statistics/.)




In principe is elk op Internet technologie gebaseerd netwerk een gedeeld netwerk, hetgeen betekent dat wanneer meer mensen s'avonds online gaan, de snelheid die je gaat krijgen afneemt. Het is voor een provider alleen mogelijk dit effect in zijn eigen netwerk op te vangen door een enorme overcapaciteit te bouwen, die de piek opvangt. Dit betekent wel dat deze extra bandbreedte het grootste deel van de dag (daluren) niet benut wordt. Consumenten kunnen dan in de daluren veel hogere snelheden krijgen, hetgeen het verwachtingspatroon voor de piekuren weer voed.

Capaciteitsplanning netwerk

Geen enkele provider bouwt voor consumenten een netwerk met gegarandeerde bandbreedte. Dit zien we alleen bij zakelijke verbindingen, waar met SLA's gewerkt wordt. Internet verkeer leent zich hiervoor prima, want niet iedereen klikt op hetzelfde moment een webpagina aan.  Daarom wordt gewerkt met een overboekingsfactor, die strikt geheim gehouden wordt en per provider verschillend is. Deze overboekingsfactor kan oplopen tot 1:100, hetgeen betekent dat er gegarandeerde bandbreedte wordt gereserveerd voor 1 klant per 100 klanten (!). Dit gaat goed totdat de gelijktijdigheid van de klanten gaat toenemen. Door de opkomst van allerlei video diensten echter wordt het steeds vaker noodzakelijk om constante bandbreedte te kunnen ontvangen. Hierbij is een hoge overboekingsfactor funest wanneer steeds meer mensen tegelijkertijd van dit soort diensten gebruik maakt..

Daarnaast heb je te maken met een aantal klanten op een Node. Een node is het koppelpunt tussen jouw aansluiting en de centrale. Bij kabelnetwerken heet dat een CMTS, bij ADSL een DSLAM  en bij glasvezel een switch in een POP. In feite zijn al deze apparaten switches/routers, ze zorgen dat het verkeer wordt verdeeld over de gebruikers. In deze switches zit ook altijd een verdeelfactor. Heb je bijvoorbeeld een switch met 240 klanten die allemaal 100 Mbit/s krijgen, dan heb je een uplink naar de backbone nodig van 24 Gbit/s ! In de praktijk is dit echter veel minder, bijvoorbeeld 2 Gbit/s of in het gunstigste geval 10 Gbit/s. 

De `andere `kant

Het is mooi als je provider alles goed voor elkaar heeft, maar zodra je zijn netwerk verlaat is de controle ten aanzien van performance weg. De website die je opvraagt bevindt zich ergens in een hostingcentrum bij een andere provider, veelal in een ander land. Als de bandbreedte van de andere provider slecht geregeld is, zodat je op een digitaal karrespoor terecht komt, blijft de performance slecht. Hier kan je provider helemaal niets aan doen.

Zoals je ziet zijn er veel factoren die het uiteindelijke resultaat bepalen. Netwerk operators moeten rekening houden met veel verschillende factoren om de performance van hun netwerk te borgen. Gelukkig hebben de meeste aanbieders de laatste jaren flink geïnvesteerd in hun netwerk om er voor te zorgen dat er voldoende capaciteit is.
In de Verenigde Staten werkt men al een tijdje met een meetsysteem, en dit heeft er toe geleid dat providers in 96 % van de gevallen tijdens piekuren hun beloofde snelheden behalen, tegen 87 % in 2011. Hierbij zaten de DSL aanbieders op 84 %, de kabelaars op 99 % en de glasvezelaanbieders zelfs op 117 % ! Kijk voor meer informatie eens op:

Een goede zaak dus, met een onafhankelijk referentiekader waarop je je keuze voor een provider kunt baseren.

Kunnen we niet alles draadloos ?


Zo af en toe raak je in gesprek met mensen over breedbandnetwerken, aanleg van glasvezel en wordt de vraag gesteld:

"is dat nou wel nodig, je kunt alles toch ook draadloos doen ?"

Doordat iedereen tegenwoordig gebruik maakt van draadloze devices zoals tablets, smartphones en laptops kan ik me de vraag goed voorstellen.

Dus waarom bouwen we dan nog een "vast" netwerk ?

De reden hiervoor is dat wireless eigenlijk nooit wireless is.  Elk apparaat dat bijvoorbeeld via WiFi communiceert, zit indirect weer verbonden met een vaste DSL,kabel of glasvezelaansluiting.

Wanneer je onderweg bent, ben je misschien verbonden met een mobiel netwerk, maar daarbij zal zowel de snelheid als het bereik fluctueren. Daarnaast krijg je te maken met databundels die je verbruik limiteren. Meestal zal je thuisnetwerk een betere en sterkere verbinding leveren.

Waarom kunnen we dan niet een mobiel breedband netwerk bouwen ? Er zijn capaciteits limieten bij mobiele netwerken die ervoor zorgen dat we e.e.a. niet zo maar kunnen vervangen.

Snelheid van breedband netwerken

Op dit moment kun je een breedband verbinding afnemen via de kabel met een capaciteit rond de 120 Mbit/s. Dit kan in de toekomst nog verder worden opgevoerd. Men heeft in Duitsland zelfs al testen gedaan waarbij er over een kabel 4,7 Gbit/s werd getransporteerd ! (Kabel Deutschland, mei 2012)
Bij DSL netwerken ligt  het maximum wat lager, maar ook dit wordt nog steeds verder opgerekt.
Via de glasvezel worden al verbindingen voor consumenten aangeboden tot 1 Gbit/s. Dit is echter niet het einde als het gaat om de capaciteit van glasvezelnetwerken; Er worden al proeven gedaan met snelheden van 69 Terabits/s over een glasvezel en bij zakelijke backbone verbindingen wordt nu al gewerkt met 10 Gbit/s, 40 Gbit/s en 100 Gbit/s.
Het leuke daaraan is dat de glasvezel in de grond hiervoor niet hoeft te worden aangepast. Er wordt eenvoudigweg andere apparatuur toegepast aan beide zijden van de glasvezelverbinding.

Bij mobiele datanetwerken moet elke klant echter een bepaalde snelheid delen in een  mobiele cel met andere gebruikers van het netwerk, waardoor de snelheid enorm kan fluctueren. de snelheid neemt af naarmate het aantal gebruikers toeneemt.

Alle mobiele datagebruikers maken daarnaast gebruik van dezelfde, beperkte frequentiebanden in de ether. Door de sterk groeiende vraag naar mobiele breedband verbindingen, is er hier sprake van schaarste. De overheid veilt deze frequentiebanden dan ook, vaak voor veel geld.

Dus zelfs als de techniek het zou toelaten, is het onmogelijk om dezelfde snelheden en bandbreedtes voor draadloze verbindingen te kunnen leveren. Er zou op elke straathoek een zendmast moeten staan om ook maar een fractie van het breedband verkeer via een mobiel netwerk te kunnen leveren.

Mobiele netwerken zijn dus geen vervanger van vaste netwerken. Ze hebben beiden hun toepassing, en een mobiel netwerk heeft in de regel een vast netwerk nodig voor de aanvoer van bandbreedte naar de zendmasten. 
Draadloze netwerken bieden gemak en mobiliteit, vaste netwerken zorgen voor aanvoer en voor hogere en constantere snelheden.